Dag
11: Kalaw
Woensdag
27 oktober 2010
Ruim
voor de wekker worden we deze ochtend wakker. We maken ons gereed en rond kwart
voor 7 lopen we richting het ontbijt. Het ontbijt bestaat zoals inmiddels
vertrouwd uit een eitje, wat fruit en een kopje thee. De thee is echter zo
donker dat we in eerste instantie denken dat ze ons koffie geven. De obers
begrijpen er niets van totdat we proeven en ruiken dat het echt thee is.
Eigenlijk niet zo raar want Ethiopië is tenslotte een koffieland. Na het
ontbijt trekken we ons nog even terug op de kamer om ons gereed te maken voor
de trekking in de groene bergen rond Kalaw. De tenen en voeten worden goed
ingepakt. Om 8 uur worden we buiten het hotel opgewacht door Charles onze gids
en zijn hulpje voor de dag. Het eerste stukje van de wandeling gaat nog door de
stad maar al gauw duiken we via een stijl pad de bossen in. Het pad is door de
regen van de laatste dagen behoorlijk glibberig en modderig. We krijgen een
wandelstok aangereikt van Charles. In eerste instantie voelen we ons een beetje
opgelaten, maar al gauw komen we erachter dat het toch wel verdomd handig is
die stok. Langzaam lopen we de berg op naar het uitkijkpunt, vanwaar we volgens
Charles een prachtig uitzicht zullen hebben op de stad Kalaw en de omgeving.
Als we uit de bossen komen volgen we een wat beter begaanbaar pad. Hier rijden
zo te zien aan de sporen ook paard en wagens. We worden ineens verrast door een
boer die zijn koeien aan het 'uitlaten' is althans zo komt het op ons over. We
zijn heel voorzichtig als de koeien ons passeren, want ze komen toch wel heel
imposant over en lijken in geen enkel opzicht op de koeien die wij kennen. Als
de koeien ons gepasseerd zijn worden ze toch wat onrustig en geven ze Maarten,
die helemaal achteraan loopt, een trap. Gelukkig houdt hij er verder niets
meer aan over dan een vuile broek. Rond kwart over 10 komen we in een klein
dorpje aan waar we koffie krijgen aangeboden van een dame uit het dorp. Wij
slaan dit aanbod echter af omdat we onze schoenen niet uit willen doen.
Misschien een beetje ondankbaar maar uiteraard kunnen we met die vieze blubber
schoenen niet het huis in en ze zitten net helemaal goed voor de wandeling. In
de tussentijd vermaken wij ons buiten met het maken van foto’s van de lokale
bevolking die op het land aan het werk is en de kinderen die af en toe heel
nieuwsgierig dichterbij komen. Een klein kwartiertje later komen de anderen het
huisje weer uit en vervolgen we onze weg verder de berg op. We lopen tussen
allerlei dorpje door en hebben hier en daar mooi uitzicht op de omringende
omgeving. Onderweg krijgen we nog een mandarijntje aangeboden van Charles. Deze
is lekker sappig en smaakvol en lest de dorst ook een beetje. Het pad begint af
en toe wel heel erg modderig te worden, zo modderig zelfs dat we eerst heel
goed moeten kijken hoe we gaan lopen. De paden zijn helemaal kapot getrapt door
het vee wat blijkbaar ook gebruikt maakt van deze paden. Zorgvuldig springen we
van modderklomp naar modderklomp. Om half 1 komen we bij het uitzichtpunt aan.
Charles heeft niets te veel gezegd. We hebben echt een grandioos uitzicht over
het laagliggende land. Wonderlijk zijn de enorme kleurverschillen in het
landschap. We zien allerlei groentinten maar ook aardetinten en die maken het
landschap bijzonder kleurrijk. Als Charles ons wijst waar Kalaw ligt, zien we
dat we al een enorm stuk hebben gewandeld. Terwijl we staan te genieten van het
uitzicht, zien we niet alleen de onwijs dreigende lucht rondom de bergen maar
horen we ook diverse onweersklappen. Tot op heden hebben we ontzettend veel
geluk want het is nog steeds droog. Hopelijk blijft het geluk aan onze zijde en
houden we het op de terugweg ook droog.
Vanaf
de top is het nog een klein stukje lopen naar ons lunch adres. We gaan lunchen
bij een lokale familie in huis. De houten woning op palen ziet er netjes en
ruim opgezet uit. Onderaan te trap trekken we onze schoenen uit. De twee ronde
tafels zijn al gedekt en we nemen met zijn allen plaats op de grond rond deze
tafels. Allereerst krijgen we een kopje thee aangeboden, aansluitend een kopje
groene soep met kool en als hoofdgerecht noodles met komkommersalade en
tomaatjes. Het ziet er allemaal prima verzorgt uit en het smaakt ook nog eens
verrukkelijk. Als toetje krijgen we nog een mandarijn met gecarameliseerde
suiker, noten en sesam. Om 2 uur is het tijd om weer te vertrekken. We danken
de familie hartelijk voor het eten en hun gastvrijheid. Voordat we
daadwerkelijk op pad gaan, maken we nog even gebruik van het lokale toilet. Dit
houten hutje staat aan het einde van het veld en bestaat uit niet meer dan een
aantal planken en een gat in de grond met een glijbaan voor de ontlasting die
zo aan de andere kant de rivier in glijdt. Via het veld lopen we verder terug
richting Kalaw. De paden lijken een stuk natter te zijn dan het eerste stuk.
Sommige stukken zijn zelfs zo nat dat men er al primitieve bruggetjes van hout
heeft aangelegd. Al balancerend lopen we voetje voor voetje over deze
onstabiele bruggetjes. Hier en daar worden wat kleine misstappen gemaakt en
komen de schoenen onder de modder te zitten. We verbazen ons over de
hoeveelheid nattigheid op het pad. Charles geeft aan dat we ontzettend veel
geluk hebben gehad, want het heeft hier vrijwel de hele ochtend geregend. De
bui is dus precies aan de andere kant van de berg losgebarsten. De blubber is
inmiddels zo veel aanwezig dat het geen doen meer is om de schoenen netjes te
houden. Bij iedere bocht hopen we dat het de laatste. Iets voor vieren bereiken
we weer de geasfalteerde weg en kunnen we ons enigszins ontdoen van alle
blubber. We lijken inmiddels een stuk
groter door de dikke blubber laag onder onze schoenen. Als we de schoenen
redelijk hebben schoongemaakt, duiken we ineens weer een rood blubber pad in.
Gelukkig is dit maar een klein stukje en komen we aan het einde bij bekend
terrein uit. We zien het stationnetje waar we vanochtend ook zijn begonnen.
Vanaf hier is het nog maar een heel klein stukje naar het hotel. Om 10 over 5
komen we moe maar voldaan bij ons hotel aan. Peter en Ernst-Jan wachten ons bij
de ingang op. Het hotel personeel brengt meteen wat stoelen naar buiten en
zorgt voor lekkere verfrissingsdoekjes. We babbelen nog even wat na. Ernst-Jan
is blij verrast te horen dat we geen last hebben gehad van de regen. In het
dorp heeft het vrijwel de hele dag geregend. Voordat we naar onze kamer kunnen,
moeten we nog even op zoek naar een winkeltje voor wat drinken. We zijn
helemaal door onze voorraad heen. Gelukkig blijkt er niet ver van het hotel een
klein winkeltje te zitten waar we onze voorraden kunnen aanvullen. Terug op de
kamer duiken we heerlijk onder de douche en spoelen we alle blubber van ons af.
Als we helemaal zijn opgefrist vertrekken we saampjes naar 'The seven sisters'
restaurant voor het diner. De groep heeft om half 8 afgesproken maar dit vinden
wij veel te laat. Bij het restaurantje nemen we nu plaats in een van de
kleinere kamertjes. We bestellen een macaroni en noodle schotel met kip en
groenten. Net als gisteren is het weer genieten. Ook het limoensap is zoals
het hoort. Als de groep arriveert, zijn wij lekker klaar en keren wij weer terug
naar het hotel. De rest van de avond doen we lekker rustig aan en we kruipen
bijtijds onder de wol.