Vandaag worden we netjes 10 minuten
voordat de wekker afloopt wakker. We maken ons klaar en lopen op ons gemak naar
het ontbijt. We zijn wederom een van de laatste want de meesten zitten al te
eten of zijn al klaar. Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel, binnen no-time
krijgen we onze toast, fruit en thee. Na het ontbijt verzamelen we de laatste
spullen zodat we om half kunnen vertrekken naar ons volgende doel, Monywa. Na
anderhalf uur rijden hebben we onze eerste koffie- en plaspauze. Achter het
eenvoudige tentje vinden we de toiletten. Het is wonderlijk om te zien hoe mooi
en netjes de heren toiletten zijn, terwijl de dames het moeten doen met een oud
en vies krot. Na de plaspauze rijden we gauw weer verder. Onze volgende stop is
bij de kleurrijke Thanboddhay-pagode, die ongeveer 10 kilometer voor Monywa ligt.
Deze pagode werd met geld van de bevolking in 12 jaar, van 1939 tot 1951 ,
gebouwd door een beroemde abt. In totaal bevinden zich in de tempel meer dan
een half miljoen Boeddhabeelden. Met de bus rijden we langs de ingang waar twee
reusachtige olifanten de toegang bewaken. De kleuren spatten van de tempel en
we kijken onze ogen uit. We maken allereerst een rondje in de pagode. Van
binnen is de ruimte verdeeld in gangen die door middel van roodgoud
beschilderde boogpoorten met elkaar verbonden zijn. Iedere gang is van de grond
tot aan het plafond gevuld met Boeddhabeeldjes in allerlei soorten en maten. De
boogpoorten worden altijd in de hoeken bijgestaan door twee staande boeddha’s.
In het midden van de muren bevinden zich reusachtige bonte beelden van zittende
boeddha’s. Nadat we het gebouw van binnen hebben gewonderd, lopen we via een
zijuitgang naar buiten. Rondom de hoofdtempel zien we diverse gebedstorens. Ook
deze torens zitten vol met kleine boeddha's. Een toren met meer dan 500
Boeddhabeeldjes is geen uitzondering. Midden op het terrein staat een
merkwaardige uitkijktoren met wenteltrap. Helaas mogen alleen de mannen deze
toren beklimmen. Als we staan te wachten op de bus worden we aangesproken door
een monnik die graag met ons op de foto wil. Uiteraard willigen wij zijn wens
in.
Vanaf de Thanboddhay pagode is het nog
maar een uurtje rijden naar ons hotel in Monywa. Op de kamer eten we een
zelfgemaakte lunch bestaande uit kaakjes en soep. Aan de overkant van de straat
slaan we ook nog wat water in voor de komende dagen. Om 2 uur vertrekken we met
de bus richting de Hpo-win-daung grotten. Als we bij de Chindwin rivier
aankomen, moeten we uitstappen en varen we met de veerboot naar de overkant. De
oorspronkelijke brug is compleet weggeslagen door het woeste water. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt
tussen de toeristen en de eigen bevolking. Wij krijgen 2 enorme boten tot onze
beschikking, terwijl de oorspronkelijk pont overvol met mensen en
vervoersmiddelen staat. Tijdens de overtocht hebben we een prachtig uitzicht op
Monywa en de haven. In Nyaungbingyi, de
aanlegplaats, stappen we in 4 jeeps waarvan er eentje geen banken in de
achterbak heeft. Na ongeveer 22 kilometer rijden, komen we bij de ingang van de
grotten aan. De ingang zit verstopt tussen twee woningen. Je zou er zo aan
voorbij lopen. Het eerste stuk is nog overdekt en we mogen gelukkig onze
schoenen aanhouden. We volgen een door apen bevolkt pelgrimspad wat ons
trapsgewijs langs
de talloze grotten brengt. Als eerste duiken we een grote
spleet in waar we aan het einde van de gang een enorme grote staande
boeddha
zien. We speculeren er lustig op los wat deze boeddha in zijn hand
heeft, zijn
het aardbeien, tomaten of lotusbloemen? We duiken vervolgens in een van
de vele
groten en zien dat de gangen vol staan met zittende boeddha’s in
verschillende
maten en kleuren. Op het stenen pelgrimspad komen nog veel meer grotten
uit en
hier en daar nemen we een kijkje binnen. De ingangen van de grootste
grotten
zijn in de meeste gevallen versierd met beeldhoudwerk en afbeeldingen.
Aan het
einde van het pelgrimspad, komen we in één van de grotere
grotten. De
uitgehakte beelden en de muurschilderingen zijn er wat minder goed aan
toe. Zij
hebben veel last van de weersinvloeden en er huist ook een hele kolonie
apen.
Via een uit de rotsen gehouwen smalle trap klimmen we de berg op. We
worden
onderweg wel een beetje gek van de verkoopsters die ons continu
achtervolgen
met postcards en cola. Paul is het op een gegeven moment zo zat dat hij
zegt: 'Nu niet, morgen niet, nooit niet'. Boven op de berg hebben we
een mooi
uitzicht op het grottenstelsel. Via een smal stenen pad dalen we weer
af. Bij
de ingang van een van de mooie grotten zien we een oude monnik zitten.
De
monnik zit zo in trance dat het net lijkt of hij ons niet ziet. Volgens
de gids
is het geen probleem om een foto te maken als we wat geld in het bakje
gooien.
We hebben af en toe behoorlijk wat moeite om onze gids bij te houden.
We balen
dan ook behoorlijk als we om 4 uur alweer bij de uitgang uitkomen en
meteen
moeten vertrekken. We hadden graag nog even op ons gemak rondgestruind.
Om 10 voor 5 komen we bij de veerboot
aan. Nu blijkt ineens dat we voor 5 uur de boot moeten hebben, omdat we anders
het dubbele moeten betalen. Als ze dit nou gelijk even hadden verteld. Op de
kade worden we aangevallen door hordes kinderen die om shampoo en bonbons
bedelen. Helaas hebben wij niet bij ons. Ook hier hadden we graag van tevoren
geweten dat er zoveel kinderen waren, want we hebben genoeg spulletjes op de kamer
staan waar ze ontzettend blij mee waren geweest. Aan de andere kant van de
rivier staat onze bus ons weer op te wachten. Binnen 10 minuten komen we bij
ons hotel aan. We gooien snel de spullen op de kamer en frissen ons een beetje
op om vervolgens meteen te gaan dineren in het restaurant van het hotel. We
hebben het restaurant helemaal voor ons alleen zodat we kunnen genieten van
onze noodle en vermicelli groenteschotel. Na het diner keren we terug naar de
kamer waar we allereerst een heerlijke douche nemen. Vervolgens bekijken we de
foto’s van de dag en werken we het dagboek weer bij. De rest van de avond
vermaken we ons met een spelletje Triominos.