Dag 15: Heilige Vallei
Zaterdag 1 november 2008
Vandaag weer vroeg uit de
veren met de wekker om 6 uur. Een half uurtje later zitten we alweer aan het ontbijt
met die harde broodjes. Dit keer kregen we er een lekker roei-eitje bij. Na het
ontbijt nog even terug naar de kamer om de spulletjes te pakken en de koffer te
sluiten. Om half 8 zijn we weer gereed voor vertrek en maken we kennis met onze
gids van vandaag Maria Helena en Hector onze chauffeur. Met een wat kleiner busje, geschikt voor 13
passagiers, vertrekken we richting Moray, een dorpje in de Heilige
Vallei. Via een onverharde weg bereiken we de ingang van deze archeologische
site. Ruud, Yvonne en wij moeten nog een visitor ticket kopen (70 SOL). Moray
is bekend om haar amfitheaterachtige terrasbouw dat als het ware een grote kom
vormt. Het verhaal gaat dat de Inca’s hier diverse onderzoeken deden naar
verschillende landbouwmogelijkheden. Er zijn in totaal 3 verschillende kommen
blootgelegd, waarvan de laatste nog niet geheel zijn gerestaureerd.
Na dit bezoek beginnen we aan onze wandeling
door de Heilige Vallei. We lopen langzaam bergafwaarts en zien de mooiste
kleuren voorbij komen. Hoe verder we het dal in komen hoe warmer het begint te
worden en hoe minder wind er begint te waaien. Af en toe lopen we dwars door de
maïsvelden. Op een mooi plekje tussen de geiten en ezels houden we een korte
pauze om wat te drinken en eten. Na een lange tijd van dalen moet er toch ook
geklommen worden. Het is een steile helling, waar we vreselijk tegen op zien.
Vooral Betty zit er flink doorheen. Ma en ik gaan voorop en lopen in een
langzaam maar gestaag tempo naar boven. Eenmaal boven kijken we prachtig uit over
een egale vlakte met op de achtergrond de diverse besneeuwde bergtoppen. Aan de
andere kant van het plateau liggen de zoutterrassen van Salinas. Deze
terrassen worden al sinds de Incaperiode gebruikt om zout te winnen. Betty
heeft inmiddels een transfer met een bus gekregen, want ze zag het niet meer
zitten om nog anderhalf uur verder te lopen. Via de zoutterrassen lopen we verder naar
beneden. Het is een behoorlijke afdeling en de knietjes hebben er eigenlijk
niet zoveel zin meer in. Onderweg komen we Adriaan tegen. Hij is onderweg naar
de zoutterrassen. Hij is onder valse voorwendselen lopend naar boven gestuurd.
We horen direct dat ze met de bus een aanrijding hebben gehad. Dat verbaast ons
niet als je soms ziet hoe deze heren rijden. Gelukkig heeft niemand er wat aan
overgehouden, behalve dan een behoorlijke schrik. Na 50 minuten bereiken we het
dal van de vallei en steken we de Urubamba rivier over. Na een laatste paar bochten zien we tot onze
grote opluchting het busje al staan. We stappen gauw in om naar ons lucht adres
te rijden. Het is inmiddels al tegen drieën dus trek hebben we wel. We eten bij
lokale mensen in huis. De lunch bestaat uit een heerlijk gevuld pompoensoepje
en een bord met een kippenpoot, aardappelpuree en wat groenten. De drankjes
zijn voor onze eigen rekening.
Vanaf ons lunchadres worden we naar ons
einddoel gebracht, Ollantaytambo. Het dorp met zijn nauwe romantische
straatjes en kleine winkeltjes is ingedeeld in rechthoekige cancha-omheiningen,
die allemaal een binnenplaats hebben. Net zoals de stadsplanning van de Inca's.
We bezoeken hier de tegen de bergwand aangebouwde gigantische ruïnes. Het
massieve vestingcomplex, van waaruit de Inca's het Urubambadal aan de noordkant
tegen wilde oerwoudstammen verdedigden, was bovendien een Incaheiligdom, waar
Inca's in tempels de harten van hun vorsten begroeven. We zien het militaire
deel, de graanopslagplaatsen en de diverse Inca beeltenissen in de bergwanden
aan de overkant. Tegen sluitingtijd komen we André en Willy
tegen. Ook zij komen meteen met het verhaal van de bus op de proppen. We laten
de rest van de groep achter ons en gaan terug naar de bus om naar het tenten
kamp te gaan. Vanaf de hoofdweg slaan we een stijl en ongeasfalteerd weggetje
in en komen we naast het spoor terecht. We zijn ontzettend nieuwsgierig naar
onze slaapplaats. Bij een spoorboom houden we halt en gaat Maria hulp halen. Al
gauw komt er een kereltje de boom openen en kunnen we naar binnen. Het ziet er
heel anders uit als we in gedachte hadden. De tenten hebben een stenenvlonder
en ook de bedden hebben een stenen ombouw. De toiletten liggen gelukkig
dichtbij, maar bij het zien van het gat in de grond en de vieze spreien zakt de
moed me toch wel een beetje in de schoenen. De tent is ongezellig en het bed is
hard en vuil.
Gelukkig hoeven we niet lang te wachten op
het diner van half 7, want het is inmiddels half 6. Als het zover is hebben we
eigenlijk geen idee waar we moeten zijn. We lopen terug naar de ingang van het
complex en zien hier een andere groep Nederlanders staan. Twee knullen zijn
bezig met het graven van een gat in de grond en daar wordt eten in gegooid.
Helaas wordt er helemaal niets verteld of uitlegd. Er bevinden zich ook geen
stoelen of banken. We vragen die Nederlanders of ze ons misschien kunnen
vertellen wat de bedoeling is. Over ongeveer een half uur blijkt het eten pas
klaar te zijn in de witte tent iets verderop. We gaan daarna toe en wachten
geduldig op wat actie, maar die blijft toch erg lang weg. Om 8 uur is het dan eindelijk zover en
krijgen we iets te eten. Er worden grote ketels op een bijzettafel gezet en we
kunnen aanvallen. We zien weinig maar in de ketels blijkt aardappels, kaas, kip
en bonen te zitten. We scheppen op en wachten vol verwachting op meer en drinken.
Al gauw is duidelijk dat er niets te drinken is, zelfs geen water! Rond half 9
trekken we ons terug en laten we ons zo op bed vallen voor zeer waarschijnlijk
een zeer lange nacht.